Name: Waterketen - RWZI die tot milieueffect kan leiden
Display Field: ZRWNAAM
Type: Feature Layer
Geometry Type: esriGeometryMultipoint
Description: Droogte en waterschaarste vormen op zichzelf geen risico voor rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi’s) of rioolgemalen. Het is wel zo dat als er in een periode van droogte en waterschaarste de milieubelasting van een rwzi groter is dan normaal. Zeker op plaatsen waar het water wat de rwzi loost op dat moment de enige toevoer van ‘vers’ water is en er veel minder verdunning plaatsvindt dan normaal. Rioolgemalen lozen niets en zijn niet gevoelig voor waterschaarste en zijn daarom niet relevant en dus niet weergegeven op kaart.
Description: BRZO‐bedrijven vallen onder het (Besluit risico's zware ongevallen) vanwege de milieugevaarlijke stoffen en processen die worden toegepast. Deze bedrijven zijn landelijk geregistreerd in de nationale Risicokaart. Droogte en waterschaarste vormen op zichzelf niet meteen een risico voor BRZObedrijven. Het is wel zo dat als er in een periode van droogte en waterschaarste een ongeval plaatsvindt zoals een brand, de effecten voor milieu en omgeving groter zijn dan
normaal. Indien door droogte er te weinig water beschikbaar is voor bluswater of koelwater kan dat effect hebben op mens en milieu.
Description: Het buitengebied kenmerkt zich voor twee functies: natuur en agrarisch gebruik. Droogte bij natuurgebieden kan al snel grote schade opleveren. Door de gebieden in kaart te brengen is het duidelijk waar een knelpunt kan ontstaan als door droogte te weinig water beschikbaar is voor beschermde natuurgebieden.
Description: Deze dataset beschrijft de gevoeligheid van gebieden voor watertekort in het oppervlaktewater. Gebieden worden geclassificeerd op basis van hoe gevoelig ze zijn. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen matig gevoelige en gevoelige gebieden.
Description: Een gevolg van droogte is dat de bovenste laag van de bodem uitdroogt. Hoe snel dat gebeurt hangt af van de bodemsamenstelling. Het gaat hier specifiek om het bovenste deel van de bodem, vlak onder het oppervlak. Daar bevinden zich de wortels van planten en halen planten hun vocht vandaan om te leven. Dit deel van de bodem wordt daarom ook wel de wortelzone genoemd. De snelheid en diepte waarmee de wortelzone uitdroogt hangt af van verschillende processen in de bodem en van de bodemsamenstelling. In het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium, dat via de landelijke Klimaateffectenatlas beschikbaar is, zijn voor het hele land complexe modelberekeningen uitgevoerd om dit in beeld te brengen.
Service Item Id: 898a74a516d84b059281287ccaec80bc
Copyright Text: Klimaatatlas Regio West-Brabant, Nationaal Hydrologisch Instrumentarium, Klimaateffectatlas
Description: Het buitengebied kenmerkt zich voor twee functies: natuur en agrarisch gebruik. Droogte bij kapitaalintensieve akkerbouw en boomteelt kan al snel grote schade opleveren. Door de gebieden in kaart te brengen is het duidelijk waar een knelpunt kan ontstaan als er vanwege droogte onvoldoende water beschikbaar is.
Description: Op deze kaart staat het landgebruik weergegeven. Een actueel en gedetailleerd overzicht van het landgebruik is belangrijk bij interpretatie en prioritering van klimaateffecten. Stedelijk groen heeft vaak beperkte beschikking over water. Ook zijn dit de plekken waar stadsmensen naar toe gaan voor verkoeling. Door het stedelijk groen in kaart te brengen wordt inzichtelijk welke gebieden extra aandacht behoeven ten tijde van droogte.
Name: Risico op natuurbrand - Toekomstig vergroot risico
Display Field: CODE_1
Type: Feature Layer
Geometry Type: esriGeometryPolygon
Description: Een natuurbrand is een brand in bos-, heide- of duingebied. Op de kaart staan gebieden aangegeven waar een grote natuurbrand kan ontstaan. Als de frequentie of lengte van droge periodes toeneemt, zoals aangegeven wordt in twee van de vier KNMI’14 scenario’s, kan de bodem en de strooisellaag op de bodem vaker uitdrogen. In die situaties is het risico op natuurbranden hoog. Het uiteindelijke natuurbrandrisico is afhankelijk van het soort begroeiing (heide, naaldbos), het aantal en type gebruikers (wandelaars, kampeerders) en de weersomstandigheden (droogte, wind).
Wat is het gevaar Het gevaar is dat mensen – wandelaars, fietsers, campinggasten – verrast worden door het vuur en worden ingesloten. Een natuurbrand kan zich in een droge periode snel en onvoorspelbaar ontwikkelen. De bestrijding is lastig, omdat bluswater vaak van elders moet worden aangevoerd en de wind de brand aanwakkert. De meeste natuurbranden ontstaan door menselijke onvoorzichtigheid (weggegooide sigaret, vuurkorven, barbecues en dergelijke) of kwaadwillendheid (brandstichting). Soms is er sprake van natuurinvloeden zoals blikseminslag. Factoren als het soort begroeiing (heide, naaldbos), het aantal en type gebruikers (wandelaars, kampeerders) en de weersomstandigheden (droogte, wind) hebben invloed op het risico.
Description: Een natuurbrand is een brand in bos-, heide- of duingebied. Op de kaart staan gebieden aangegeven waar een grote natuurbrand kan ontstaan. Als de frequentie of lengte van droge periodes toeneemt, zoals aangegeven wordt in twee van de vier KNMI’14 scenario’s, kan de bodem en de strooisellaag op de bodem vaker uitdrogen. In die situaties is het risico op natuurbranden hoog. Het uiteindelijke natuurbrandrisico is afhankelijk van het soort begroeiing (heide, naaldbos), het aantal en type gebruikers (wandelaars, kampeerders) en de weersomstandigheden (droogte, wind).
Wat is het gevaar Het gevaar is dat mensen – wandelaars, fietsers, campinggasten – verrast worden door het vuur en worden ingesloten. Een natuurbrand kan zich in een droge periode snel en onvoorspelbaar ontwikkelen. De bestrijding is lastig, omdat bluswater vaak van elders moet worden aangevoerd en de wind de brand aanwakkert. De meeste natuurbranden ontstaan door menselijke onvoorzichtigheid (weggegooide sigaret, vuurkorven, barbecues en dergelijke) of kwaadwillendheid (brandstichting). Soms is er sprake van natuurinvloeden zoals blikseminslag. Factoren als het soort begroeiing (heide, naaldbos), het aantal en type gebruikers (wandelaars, kampeerders) en de weersomstandigheden (droogte, wind) hebben invloed op het risico.
Description: Op deze kaart staat het risico op droogtestress weergegeven. De kaart voor het toekomstige klimaat is gebaseerd op het WH-scenario voor 2050. Het WH-scenario kent de sterkste droogtestress van de vier KNMI’14-scenario's. Om de verschillen in risico's op droogtestress door klimaatverandering inzichtelijk te maken is de berekening uitgevoerd voor grasland. Voor dit gewas wordt een indicatie gegeven van de reductie in gewasopbrengst. Het daadwerkelijke opbrengstverlies kan dus afwijken.
Gevolgen voor de landbouw
De gewaskeuze in de landbouw (zie de kaartlaag landbouwgebieden) is afgestemd op het klimaat: variëteiten moeten passen bij lokale fysische omstandigheden. De bedrijfsvoering is gericht op het oplossen van knelpunten. Bemesting of drainage is daar een voorbeeld van. Er is in het huidige klimaat al sprake van droogtestress en zuurstofstress. Door klimaatverandering neemt het risico toe. Het gevolg voor de landbouw kan zijn dat er steeds vaker gekozen wordt voor andere variëteiten of zelfs voor andere gewassen.
Gevolgen voor de natuur
Klimaatverandering verstoort de omstandigheden, die door de eeuwen heen tot een bepaald natuurtype hebben geleid (zie de kaartlaag natuurgebieden). Door klimaatverandering nemen zowel droge als natte extremen toe: het weer wordt grilliger. Dit levert problemen op voor natuurtypen en plantensoorten die zich hebben aangepast aan zeer natte omstandigheden (zoals moeras) of zeer droge omstandigheden (zoals dopheide). Droogteresistente soorten kunnen slecht tegen extreme nattigheid. Vochtminnende soorten kunnen slecht tegen extreme droogte. Het risico is dat hun plaats wordt ingenomen door ‘generalisten’ die in verschillende condities kunnen overleven. Er is in het huidige klimaat al sprake van droogtestress en zuurstofstress. Door klimaatverandering neemt het risico toe. Het gevolg voor de natuur is dat de soortenrijkdom steeds verder kan afnemen.
Description: Op deze kaart staat het risico op droogtestress weergegeven. De kaart voor het huidige klimaat is gebaseerd op de periode 1981-2010. Om de verschillen in risico's op droogtestress door klimaatverandering inzichtelijk te maken is de berekening uitgevoerd voor grasland. Voor dit gewas wordt een indicatie gegeven van de reductie in gewasopbrengst. Het daadwerkelijke opbrengstverlies kan dus afwijken.
Gevolgen voor de landbouw
De gewaskeuze in de landbouw (zie de kaartlaag landbouwgebieden) is afgestemd op het klimaat: variëteiten moeten passen bij lokale fysische omstandigheden. De bedrijfsvoering is gericht op het oplossen van knelpunten. Bemesting of drainage is daar een voorbeeld van. Er is in het huidige klimaat al sprake van droogtestress en zuurstofstress. Door klimaatverandering neemt het risico toe. Het gevolg voor de landbouw kan zijn dat er steeds vaker gekozen wordt voor andere variëteiten of zelfs voor andere gewassen.
Gevolgen voor de natuur
Klimaatverandering verstoort de omstandigheden, die door de eeuwen heen tot een bepaald natuurtype hebben geleid (zie de kaartlaag natuurgebieden). Door klimaatverandering nemen zowel droge als natte extremen toe: het weer wordt grilliger. Dit levert problemen op voor natuurtypen en plantensoorten die zich hebben aangepast aan zeer natte omstandigheden (zoals moeras) of zeer droge omstandigheden (zoals dopheide). Droogteresistente soorten kunnen slecht tegen extreme nattigheid. Vochtminnende soorten kunnen slecht tegen extreme droogte. Het risico is dat hun plaats wordt ingenomen door ‘generalisten’ die in verschillende condities kunnen overleven. Er is in het huidige klimaat al sprake van droogtestress en zuurstofstress. Door klimaatverandering neemt het risico toe. Het gevolg voor de natuur is dat de soortenrijkdom steeds verder kan afnemen.